

MEELZE: Gedrag van spreeuwen en vissen toepassen in het verkeer

MEELZE is de maandelijkse column van Mariette Elzenga uit Muntendam. En is een vervolg op haar zomercolumns van vorig jaar. Die gingen over zaken die zich in of om haar huis afspeelden. Ze vielen in de smaak bij de lezers. Vandaag neemt Elzenga ons mee naar de sprutters die zich ophouden bij haar woning. Wat heeft het gedrag van sprutters - en ook dat van vissen - te maken met het verkeer?
Iedereen kent de eerste regels van het Mien Toentje van Ede Staal wel: 'Mien waikschilde bonen dei komen zo slecht op, en de sprutters vreetn d'aalbeerns'. Misschien vreten ze de rode bessen op, maar spreeuwen zijn zo mooi met hun kleurig glanzende en gespikkelde verenkleed dat ik ze dat graag vergeef. Na het broeden hippen vaak 1 of meerdere gezinnetjes in het gras op zoek naar lekkere hapjes.
Hoogspanningsmasten
Leuk en gezellig, maar niet zo spectaculair als de grote groepen die in de herfst de net geoogste graan- en maisvelden ontdekken en massaal neerstrijken. Het zijn er honderden die zich verzamelen op de hoogspanningsmasten en hutjemutje op de draden gaan zitten. Kennelijk is er een soort pikorde. Ze verjagen elkaar van de plek, hoewel er ruimte genoeg is op zo’n draad. Er wordt ook wat afgekletst daarboven. Het is een gekwetter van jewelste. Regelmatig worden ze verstoord en verjaagd door een kraai, sperwer of buizerd en vliegen dan met zijn allen weg.
Prachtige dans
Maar ze vliegen nooit gewoon, ze maken er altijd een show van. Ze waaieren over het land en in de lucht, blijven dicht bij elkaar, maken loopings en voeren een prachtige dans op. Het zijn er achter mijn huis niet zoveel als op dit filmpje, maar toch is het fascinerend om naar te kijken. Wat mij betreft kan daar geen ballet tegenop. De Engelsen noemen dit verschijnsel niet voor niets black sun of murmuration: de zon wordt bijkans verduisterd en het geruis is oorverdovend.
Wiskundig model
Als kijker snap je niet hoe ze zo snel kunnen draaien en wenden zonder tegen elkaar te botsen. Charlotte Hemelrijk, biologe bij de RUG, heeft daar onderzoek naar gedaan door een wiskundig model te ontwikkelen en het vlieggedrag van spreeuwen te simuleren. Ze deed een paar ontdekkingen: alle vogels hebben dezelfde constante snelheid van ongeveer 36 kilometer en zo'n zwerm bestaat uit allemaal groepjes van 7 of 8, die onderling reageren in bochten. De snelheid bepaalt ook de vorm: hoe sneller ze zouden vliegen hoe smaller en langgerekter de zwerm zou zijn.
Bocht
Maar vogels kunnen in tegenstelling tot vissen hun snelheid niet variëren. In een school vissen kunnen vissen, als ze een bocht maken, aan de buitenkant een beetje versnellen en de vissen aan de binnenkant houden in, zodat ze in een langgerekte vorm en in dezelfde positie blijven zwemmen. Bij spreeuwen is dat anders: spreeuwen draaien individueel en na een bocht is de voorste de achterste en omgekeerd. Dat maakt dat ze niet 1 vorm hebben, maar kunnen stuntvliegen.
Botsingen en files
Het zou geweldig zijn als je dat gedrag van zelforganisatie toe zou kunnen passen in het verkeer. Dan zouden er wellicht geen botsingen meer plaatsvinden en zouden de files de wereld uit zijn. Van vissen hebben we het ritsen al geleerd en dat gaat aardig goed. Maar allemaal met dezelfde snelheid rijden zal wel een illusie blijven zolang we nog van die onduidelijke maximumsnelheidborden hebben. Ik zie ook nog niet gebeuren dat automobilisten niet sneller mogen rijden dan vrachtauto’s, want dan voel je je een watje en ben je misschien wel 5 minuten later thuis. Er zijn al wel robotauto’s gemaakt die het gedrag van een school vissen imiteren. En zelfsturende auto’s en vrachtwagens zouden ook een oplossing kunnen zijn. Een proef met een zelfrijdende bus in Appelscha moest echter na 3 dagen gestaakt worden, omdat hij niet opzij ging voor fietsers. Het zal dus wel even duren voor het zo ver is.
Spreeuwen- en vissengedrag
Zolang mensen geen spreeuwen- of vissengedrag aanleren, zullen we wel blijven botsen en in de file staan. Ik blijf me verwonderen over de vissenscholen en spreeuwendansen. Laat die sprutters mien aalbeerns moar opvreten.