

Zoutwinner Nedmag vergeet gebruik dieselolie als hulpstof te melden

Zoutwinner Nedmag heeft het gebruik van dieselolie als hulpstof bij het winnen van magnesiumzout in kaart gebracht als onderdeel van het winningsplan en aangemeld bij het Europese agentschap voor chemische stoffen (kortweg: ECHA). Dit laatste was nog niet gebeurd, maar het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) wees het Veendammer bedrijf er onlangs op dat dit wel moest gebeuren. 'Een administratieve omissie'.
Zo omschrijft Nedmag-directeur Bert Jan Bruning dit.
Omissie
Bruning: "Onze focus lag op de beoordeling van de risico's van het gebruik van dieselolie. We hebben hierbij over het hoofd gezien om de manier waarop we diesel gebruiken met de bijbehorende beoordeling op te laten nemen in het REACH register. Een administratieve omissie dus. Waar we door Staatszicht op de Mijnen, dat scherp toeziet op het gebruik van diesel, op gewezen zijn. Dat hebben we nu zo snel mogelijk in orde gemaakt."
REACH?
Alle bedrijven in Europa die chemische stoffen produceren, verhandelen en/of gebruiken, zijn verplicht om de risico's van deze stoffen in kaart te brengen en formeel te melden. Deze beoordeling valt onder de zogeheten Europese REACH-verordening. REACH staat voor: registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van chemische stoffen.
Wanneer en waarom gebruikt Nedmag dieselolie?
Nedmag gebruikt dieselolie als hulpstof voor het ontwikkelen van een nieuwe caverne. De laatste keer was dit in 2012-2013. Een laagje dieselolie drijft op de pekel, zoals olijfolie op water. Het zorgt ervoor dat cavernes zich met name zijwaarts ontwikkelen in plaats van naar boven en het beschermt bovenliggende zoutlagen die Nedmag niet willen oplossen.
Het gebruik van dieselolie is op dit moment de meest veilige techniek. Nedmag investeert al geruime tijd in onderzoek naar geschikte veilige alternatieven voor het gebruik van dieselolie. De voortgang van deze onderzoeken wordt besproken met het SodM.