Raad stemt voor onderzoek heractivering treinstation Wildervank

Er komt een haalbaarheidsonderzoek naar de heractivering van treinstation Wildervank. Ook worden de kansen voor regulier OV-vervoer via de STAR-spoorlijn onderzocht. Dit heeft de gemeenteraad van Veendam gisteravond besloten. Wethouder Bert Wierenga noemde het een 'mooie en sympathieke motie' en gaat daarmee graag aan de slag. De motie werd ingediend door de 3 coalitiepartijen.

Dat zijn Gemeentebelangen, PvdA en VVD.

Medische hub

Bij het onderzoek moet het college ook het belang van het ontwikkelen van een medische hub op bedrijventerrein De Dallen III als strategische drijfveer meenemen.

Zo snel mogelijk

Het college start zo snel mogelijk met het onderzoek, waarna de gemeenteraad zo spoedig mogelijk geïnformeerd moet worden over de resultaten. Het is nog niet bekend wat het onderzoek moet kosten. Het verzoek van de indieners van de motie is dit - mocht het onderzoek kosten met zich meebrengen - tijdig aan de raad voor te leggen.

Denken in kansen

De museumspoorlijn STAR speelt een belangrijke rol in de heractivering van treinstation Wildervank. Die ligt daar namelijk. SP-raadslid Harry Schoonewille kaartte aan dat de brug in dit traject versleten is, de overgangen hersteld moeten worden en een trein op deze lijn maximaal 30 kilometer per uur mag rijden. Robert de Jonge (Gemeentebelangen) - indiener van de motie - pareerde dit door te zeggen dat het hier om een onderzoek gaat en dat er gedacht moet worden in kansen die de gemeente moet benutten.

De Dallen III

De heractivering van treinstation Wildervank zorgt, aldus de indieners, voor een betere bereikbaarheid van het zuiden van de gemeente (Wildervank). Ook is het een belangrijke impuls voor de verdere ontwikkeling van bedrijventerrein De Dallen III. Dit terrein ontwikkelt zich, aldus de coalitiepartijen, snel tot een economische hotspot met hoogwaardige focus op medische technologie en innovatie.

Meer weten?

Klik HIER en lees meer over dit onderwerp.

Motie

Klik HIER en lees de motie.

Foto: Robert de Jonge.