

Uitspraak Raad van State over dwangsom in zwembadkwestie

De Raad van State doet woensdag uitspraak over de dwangsom die de provincie Groningen heeft opgelegd aan Wouter en Heleen Oudemans uit Wedde. Het echtpaar verhuurt een landgoed in Onstwedde en een landhuis in Uithuizermeeden, inclusief zwembad, als groepsaccommodatie. De provincie wil dat deze baden maandelijks geïnspecteerd worden op hygiëne, legionella en veiligheid.
Oudemans ziet dat niet zitten en is in hoger beroep gekomen. Deze zaak loopt al jaren. Het echtpaar verhuurt Landgoed Ter Wupping in Onstwedde en Landhuis De Hefswal in Uithuizermeeden als groepsaccommodatie. Huurders kunnen gebruik maken van zwembaden. De provincie heeft eerder een dwangsom opgelegd van 1.000 euro per maand per zwembad voor elke keer dat Oudemans geen rapport heeft opgesteld over het zwemwater.
De provincie zegt dat de zwembaden semi-openbaar zijn en daarom aangemeld moeten worden op grond van wettelijke regels over hygiëne en veiligheid. Het echtpaar is het hier niet mee eens en is in hoger beroep gekomen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De ondernemers vinden dat sprake is van privézwembaden die niet openbaar toegankelijk zijn voor anderen dan de huurders die het exclusieve recht hebben om de zwembaden in de persoonlijke sfeer te gebruiken.
Het echtpaar is ook van mening, zo schrijft de Raad van State, dat de eis voor een maandelijkse controle van het zwemwater door een laboratorium buiten proportie is, omdat het fors heeft geïnvesteerd in filter- en zuiveringsinstallaties en de zwembaden slechts beperkt gebruikt worden. Ook is, zo zegt Oudemans, de dwangsom te hoog.
De Raad van State in Den Haag heeft de zaak op 10 april dit jaar al behandeld.