

Raad van State: 5 zaken over schadevergoeding gaswinning

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag behandelt woensdag 5 zaken over schadevergoeding in het kader van de gaswinning in Groningen. Die spelen zich af in Kolham, Loppersum, Uithuizen, Middelstum en Westeremden. In de meeste gevallen vinden bewoners dat de schadevergoeding die het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) heeft toegekend te laag is.
De zaken
Kolham:
Deze zaak gaat over de schadevergoeding die het IMG heeft toegekend voor de waardedaling van een woning door aardbevingen en het risico daarop. Deze zaak gaat over de vraag of het IMG voor de berekening van de waardedaling moest uitgaan van de WOZ-waarde van 496.000 euro in plaats van 411.000 euro, zoals het IMG deed. De rechtbank Noord-Nederland oordeelde dat het gebruik van de WOZ-waarde als woningwaarde voor de begroting van waardedaling redelijk en aanvaardbaar is. De eigenaren van de woning vinden dat het IMG hen heeft benadeeld door uit te gaan van een lagere WOZ-waarde.
Loppersum:
Deze zaak gaat over de vraag over of de huidige eigenaar recht heeft op een schadevergoeding van 100 procent van de waardedaling. Het IMG is uitgegaan van 50 procent, omdat de eigenaar het eigendom van de woning voor een periode heeft gedeeld. Daartegen is de eigenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland. Die gaf hem geen gelijk.
Uithuizen:
De eigenaar van de woning vindt dat hij recht heeft op een hogere schadevergoeding, omdat hij spaargeld in de woning heeft geïnvesteerd. Door de waardedaling van de woning zou hij ook verlies aan rendement op zijn investering hebben geleden, aldus de eigenaar. De rechtbank Noord-Nederland verklaarde zijn beroep tegen het besluit van IMG echter ongegrond.
Middelstum:
Deze zaak gaat over de vraag met welke zogenoemde grondsnelheid van bevingen het IMG moet rekenen om de waardedaling van een woning te bepalen. Volgens de eigenaar van de woning moet het IMG rekenen met een lagere minimale grondsnelheid, waardoor hij recht zou hebben op een hogere schadevergoeding. Daarom kwam hij tegen het besluit van het IMG in beroep bij de rechtbank Noord-Nederland, maar die gaf hem geen gelijk.
Westeremden:
De woning is bestempeld als onveilig en moest worden versterkt. Tijdens de bouwwerkzaamheden is de voorgevel ingestort. Die moest vervolgens worden gesloopt en opnieuw worden opgemetseld. Daarom is de versterking van de woning gestaakt en is de woning opgenomen in de sloop- en nieuwbouwregeling van de Nationaal Coördinator Groningen. De aanvraag om vergoeding van de waardedaling van de oorspronkelijke woning is daarom afgewezen. De rechtbank Noord-Nederland verklaarde het beroep van de eigenaar tegen de afwijzing eerder ongegrond.
Foto: Pixabay.com.