Ook in hoger beroep celstraf voor Hoogezandster

De rechtbank in Leeuwarden heeft deze week in hoger beroep 4 jaar gevangenisstraf (waarvan 8 maanden voorwaardelijk) geëist tegen een 50-jarige Hoogezandster voor de wederrechtelijke vrijheidsberoving, bedreiging en verkrachting van zijn ex-partner. De straf was conform de eis van de officier van justitie. De man uit Hoogezand heeft hoger beroep aangetekend tegen het vonnis.

Ten tijde van de misdrijven was het paar uit elkaar. In de relatie was, aldus het Openbaar Ministerie (OM), al eerder sprake geweest van geweld. Daarvoor is de man meermalen veroordeeld. De verdachte kon het einde van de verbintenis niet verkroppen en had zijn ex-partner een ultimatum gesteld: zij moest bij hem terugkomen, anders zou hij haar doden.

Valse voorwendselen

De verdachte lokte zijn ex-vrouw 23 mei 2014 naar zijn woning in Hoogezand, onder valse voorwendselen. Eenmaal in de woning werd de vrouw gedeeltelijk ontkleed en vastgebonden en geblinddoekt op het bed in de slaapkamer. Ook plakte de verdachte haar mond af met tape. In het trapgat naar de zolder had de man twee stroppen opgehangen; hij dreigde de vrouw en zichzelf te zullen ophangen. De vrouw is vervolgens gedwongen tot seks.

Doodsangsten

Volgens de advocaat-generaal stond de vrouw doodsangsten uit. Dat was ook de bedoeling van de verdachte: hij beoogde de wil van het slachtoffer te breken, zodat zij zou doen wat hij wilde: naar hem terugkeren, maar ook seks met hem hebben.

Stroppen

De aanklager in beroep hekelde daarbij het feit dat de verdachte planmatig en berekenend te werk is gegaan: hij had de stroppen opgehangen en touw, tape en repen stof klaargelegd. "Er was sprake van een gedegen plan om het slachtoffer van haar vrijheid te beroven en te verkrachten", aldus de advocaat-generaal. Het planmatige aspect moet volgens het OM strafverzwarend wegen. Dat geldt ook voor het niet nemen van enige verantwoordelijkheid voor zijn daden door de verdachte.

Uitspraak

Het hof doet (naar verwachting) uitspraak over twee weken.

Foto: www.rechtspraak.nl

Informatie: Openbaar Ministerie.