Rijkswaterstaat en provincie: N33 Midden volledig energieneutraal

De provincie Groningen en Rijkswaterstaat willen dat de N33, tussen Zuidbroek en Appingedam, als volledig energieneutrale rijksweg wordt aangelegd. Ze willen marktpartijen uitdagen het energieverbruik bij de aanleg van de weg - ook bekend als N33 Midden - zo laag mogelijk te houden. Vervolgens moet voor een volledig energieneutrale weg de CO²-uitstoot gecompenseerd worden.

Daarvoor kunnen bestaande technieken gebruikt worden, zoals zonnepanelen, maar ook nieuwe innovatieve technieken. Daarnaast is het streven de N33 zo circulair mogelijk aan te leggen. Dit betekent slim gebruik maken van materialen, zodat deze hergebruikt kunnen worden. Kortom, een slimme en groene aanpak. Dit maakten beide partijen vanmiddag bekend tijdens de presentatie van de plannen voor dit deel van de N33.

Slim

Daarnaast is het streven de N33 zo circulair mogelijk aan te leggen. Dit betekent slim gebruik maken van materialen, zodat deze hergebruikt kunnen worden. Kortom, een slimme en groene aanpak.

Duurzaamheid

Met deze ambitie zetten de provincie Groningen en Rijkswaterstaat hoog in op duurzaamheid. Gedeputeerde Fleur Gräper: "Duurzaamheid is vanaf de start een belangrijke ambitie van het project. Juist in dit gebied, waar de effecten van het gebruik van fossiele brandstoffen dagelijks merkbaar zijn, moeten we investeren in duurzaamheid."

CO2-uitstoot

Rijkswaterstaat wil een bijdrage leveren aan de energietransitie en de CO2-uitstoot verminderen en heeft als doelstelling dat alle netwerken in 2030 ten minste energieneutraal zijn en circulair ontworpen. De duurzaamheidsambitie voor de N33 Midden sluit hier prachtig bij aan.

Impuls

Agnes Bernhardt, districtshoofd van Rijkswaterstaat: "De ervaring die we bij de N33 Midden opdoen, is een impuls voor de ontwikkeling naar circulair werken in 2030. Het uitgangspunt daarbij is ‘leren door doen’, samen met marktpartijen."

Alternatieven

Voor het noordelijk deel van de N33 Midden moet nog een keuze worden gemaakt uit 7 alternatieven. De keuze voor dit voorkeursalternatief vraagt meer tijd, omdat uit de effectenstudie nog geen doorslaggevend onderscheid blijkt. In januari kiezen provincie en Rijk samen een voorgenomen voorkeursalternatief.