
Zomercolumn van Muntendamse Mariette Elzenga:grauwe klauwier
Mariette Elzenga uit Muntendam schrijft deze zomer 'gastcolumns'. Die gaan over van alles en nog wat wat zich in of om het huis afspeelt. Vandaag heeft Mariette Elzenga het, in alweer haar vijfde bijdrage, over de grauwe klauwier. Elzenga heeft het 17 centimeter grote zangvogeltje nog nooit gezien, maar stiekem droomt ze er van deze vogel ooit eens in haar tuin in Muntendam te mogen begroeten.
Wat een mooie allitererende naam heeft dit 17 centimeter grote zangvogeltje met die twee auw's. En reken maar dat hij zijn prooien au kan doen. Hij is gek op grote insecten en prikt ze levend aan doornen en stekels van struiken of aan prikkeldraad. Maar hij is ook niet vies van een hagedis of een muis. Die kun je gemakkelijk uit elkaar trekken als ze zo gespietst aan een stekel zitten. Daarom heet hij ook wel negendoder, omdat het verhaal gaat dat hij eerst negen prooien doodt voor hij zijn jongen gaat voeren. Moordenaar of moardekster zijn andere bijnamen. Bij dat spietsen komen die klauwen hem dan goed van pas, evenals zijn haaksnavel.
Grauw is hij echter helemaal niet: het mannetje heeft een grijze kop met een brede zwarte oogstreep, een bruine rug en een egaal witte buik met een roze tint. Zoals altijd in de natuur is het vrouwtje wat fletser en onopvallender van kleur.
Eigenlijk is hij de kleinste van de roofvogels. Ik moet dan ook onmiddellijk denken aan de grauwe kiekendief. Zou dat zijn grote broertje zijn? Die is heel wat groter dan de klauwier, want het mannetje kan wel 40 centimeter worden.
Helaas is de grauwe klauwier in Nederland heel zeldzaam geworden door intensivering en ruilverkaveling in de landbouw, waardoor kleinschalige landschappen verdwenen zijn. Dat gold ook voor de grauwe kiekendief, maar die is terug in Oost-Groningen, dankzij de werkgroep Grauwe Kiekendief.
In het Bargerveen in Zuid-Drenthe is de grauwe klauwier al jaren een belangrijke broedvogel. Hij is dus al in de buurt. Zelf heb ik hem nog nooit gezien, maar ik word wel heel enthousiast als ik over hem hoor en lees.
Hoe geweldig zou het zijn als we ook de grauwe klauwier ieder jaar mogen begroeten als hij in mei terugkeert van de savannen in Afrika. Het liefst natuurlijk in mijn eigen achtertuin.
Het moet met een beetje goede wil en eenvoudige middelen toch mogelijk zijn om deze ‘moordenaar’ te verleiden hier te komen en te gaan broeden? Dicht struikgewas met veel stekels heeft hij nodig. Niet alleen om zijn prooi vast te zetten, maar ook als uitkijkpost. En natuurlijk een omgeving waar grote insecten leven.
Ik heb al eens met mijn buurman gesproken, die heeft er verstand van. Hij gaat zijn best doen. Ik verwacht dat het wel gaat lukken. Als dat zo is hoort u er meer van.



