

Verzoek om maatregelen tegen windturbines in Drentse Veenkoloniën

Vereniging Dorpsbelangen Gasselternijveenschemond en het gemeentebestuur van Aa en Hunze gaan morgen naar de Raad van State in Den Haag. Ze willen dat de minister van Economische Zaken en Klimaat handhavend optreedt tegen het voorbereiden en plaatsen van windturbines in de Drentse Veenkoloniën. Het gaat om windpark De Drentse Monden en Oostermoer.
De vereniging vroeg de minister om het te installeren vermogen van het windpark te beperken en hierop te handhaven.
Bevoegd
De minister reageerde daarop in een brief dat niet hij, maar de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze bevoegd zijn om hierop te handhaven. Ook al heeft hij de omgevingsvergunningen voor het windpark verleend. Ook reageerde de minister in de brief dat pas wanneer de windturbines in gebruik zijn, kan worden beoordeeld of de normen en vergunningvoorschriften worden overschreden.
Niet-ontvankelijk
Het bezwaar van de vereniging tegen deze brief verklaarde de minister niet-ontvankelijk, omdat hiertegen geen juridische procedure kan worden begonnen.
Ongegrond
Vereniging Dorpsbelangen Gasselternijveenschemond kwam daar eerder tegen in beroep bij de rechtbank Noord-Nederland. Die oordeelde in november 2020 dat de brief wel kan worden aangemerkt als een besluit, maar verklaarde het bezwaar van de vereniging alsnog inhoudelijk ongegrond.
Gemeentebesturen
De rechtbank bepaalde verder dat het handhavingsverzoek van de vereniging moest worden doorgezonden naar de gemeentebesturen van Borger-Odoorn en Aa en Hunze.
Hoger beroep
De vereniging en het gemeentebestuur van Aa en Hunze komen morgenmiddag tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij voeren aan dat de minister wel het bevoegde gezag is over de naleving van de omgevingsvergunningen voor het windpark.
Foto: Windpark N33 bij Meeden.