Losdorper en Groningers naar Raad van State voor mijnbouwschade

De eigenaar van een woning in Losdorp vindt de 6.000 euro aan mijnbouwschade, die het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) hem wil compenseren voor de waardedaling van zijn woning, te laag. En stapt daarom, komende dinsdag, naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Den Haag. Volgens hem is het IMG uitgegaan van een te lage woningwaarde. 

De man vindt ook dat hij de totale toegekende vergoeding - ruim 12.000 euro - niet moet delen met zijn ex-echtgenote. Een jaar geleden verklaarde de rechtbank Noord-Nederland zijn eerdere beroep ongegrond. Tegen deze uitspraak komt de man nu in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Stad Groningen

De Afdeling bestuursrechtspraak behandelt dinsdag ook het hoger beroep van 2 eigenaren van woningen in stad Groningen.

Waardedalingsgebied

Het IMG wees een verzoek om compensatie voor de waardedaling van een woning af, omdat die niet in het zogenoemde waardedalingsgebied ligt. Volgens het IMG zijn woningen in het waardedalingsgebied woningen waarvan is aangetoond dat kopers bewust of onbewust de ligging van de woning vanwege het risico op aardbevingen hebben laten meewegen in de prijs die zij voor die woning betaalden. De eigenaar is het er niet mee eens dat hij geen schadevergoeding krijgt. Volgens hem maakte het IMG al eerder uitzonderingen en kende schadevergoeding toe voor waardedalingen van woningen die net als zijn woning buiten het waardedalingsgebied liggen. De rechtbank Noord-Nederland verklaarde zijn eerdere beroep juni vorig jaar ongegrond.

Aardbeving Huizinge 

De andere woning ligt wel in het zogenoemde waardedalingsgebied, maar het IMG wees dit schadevergoedingsverzoek toch af. Volgens het IMG waren deze bewoners namelijk geen eigenaar van het pand op het moment van de aardbeving in Huizinge op 16 augustus 2012. Die had een kracht van 3.6 op de Schaal van Richter. En daarom komen zij niet in aanmerking voor een schadevergoeding, maar de vorige bewoners wél. Dat vinden de eigenaren niet terecht. De rechtbank Noord-Nederland verklaarde in juni 2021 een eerder beroep ongegrond.