

Massagesalon in M-Groningen verdacht van arbeidsuitbuiting

De Nederlandse Arbeidsinspectie en medewerkers van de gemeente Midden-Groningen, Koninklijke Marechaussee en politie beëindigden afgelopen donderdag tijdens een controle in een massagesalon in Midden-Groningen een vermoedelijke situatie van arbeidsuitbuiting. Een werkneemster - een vermoedelijk slachtoffer - is door de Nederlandse Arbeidsinspectie ergens anders ondergebracht.
Dit zegt Danielle Rebbel, woordvoerder van de 'inspectie'.
2 locaties
De inspecties vonden plaats op 2 locaties van massagesalons met dezelfde eigenaar.
Anonieme tip
De Arbeidsinspectie startte het onderzoek naar aanleiding van een anonieme tip om na te gaan of er sprake is van oneerlijke behandeling van medewerkers binnen het bedrijf.
Onderbetaald
Tijdens de gesprekken op de locaties constateerden inspecteurs van de Arbeidsinspectie dat een vrouw, die werkzaam was bij een van de salons, werd onderbetaald en lange werkdagen maakte. Ze kreeg 2 dagen in de maand vrij en sommige dagen niet uitbetaald.
Onder dwang
Het vermoeden bestaat dat zij op de werkplek moest verblijven en slapen en, onder dwang, arbeid moest verrichten. Dan zou er sprake zijn van arbeidsuitbuiting. De Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie onderzoekt of strafrechtelijke vervolging mogelijk is.
Verbale en fysieke agressie
Tijdens de controle werd een persoon aangehouden omdat deze niet meewerkte. De inspectie doet aangifte tegen deze persoon vanwege verbale en fysieke agressie richting inspecteurs van de inspectie. Verschillende gegevensdragers zijn tijdens de controle in beslaggenomen door de Arbeidsinspectie.
Wet
De inspectie controleerde op de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), de wet minimumloon (Wml) en de Arbeidstijdenwet (Atw). Bij overtredingen op een van deze wetten kan de inspectie hoge boetes opleggen, maar ook de werkzaamheden stilleggen. Gemeente Midden-Groningen controleerde op het bestemmingsplan en de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV).
Artikel
Arbeidsuitbuiting is strafbaar gesteld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Deze strafdreiging benadrukt dat het gaat om een zeer ernstig strafbaar feit.