

In M-Groningen kampt 1 op 12 huishoudens met energiearmoede

In Midden-Groningen kampten in 2024 1 op de 12 huishoudens (8.4 procent) met energiearmoede. In de provincie Groningen lag dat percentage alleen lager in Westerkwartier (5.7) en Het Hogeland (8.0). Volgens een voorlopige schatting van TNO en CBS hadden vorig jaar zo'n 510.000 huishoudens (6.1 procent) te maken met energiearmoede. Bijna 180.000 huishoudens meer dan in 2023.
De belangrijkste verklaring voor deze toename is dat er geen financiële steunmaatregelen meer van kracht waren.
Energietoeslag
In 2022 en 2023 waren de energieprijzen hoog. Huishoudens met een laag inkomen konden in die jaren een energietoeslag aanvragen. Daarnaast was er in 2023 een prijsplafond voor alle huishoudens. Daardoor waren de eerste 1.200 kuub aardgas en de eerste 2.900 kWh elektriciteit gebonden aan een maximum prijs.
Vaste tarieven
In 2024 ware de variabele energieprijzen even hoog als in 2022, terwijl de vaste tarieven hoger liggen. Huishoudens met een laag inkomen hebben geen recht meer op een energietoeslag. Die bedroeg in 2022 en 2023 voor de meeste huishoudens 1.300 euro per jaar. Hierdoor zijn de energiekosten van, vooral huishoudens met een laag inkomen, toegenomen vergeleken met de 2 jaar daarvoor.
Kwaliteit woningen verbeterd
Ondanks de stijging van het aandeel huishoudens met energiearmoede was dit minder hoog dan in 2019, terwijl de energieprijzen toen veel lager waren. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat tussen 2019 en 2024 de kwaliteit van de woningen sterk is verbeterd. Ook zijn huishoudens - vooral na de start van de energiecrisis - veel zuiniger omgegaan met energie. Ook zijn de afgelopen jaren de inkomens gestegen, waardoor er minder huishoudens met een laag inkomen zijn.
Steunmaatregelen
De gemiddelde maandelijkse energiekosten zijn het hoogst sinds 2019, zowel voor alle huishoudens (171 euro) als voor energiearme huishoudens (184 euro). In 2022 en 2023 lagen de gemiddelde energiekosten voor huishoudens met energiearmoede lager door de financiële steunmaatregelen. Onder meer door het wegvallen van de steun namen de gemiddelde energiekosten in 2024 toe.
Energiequote
De energiequote is het deel van het inkomen dat uitgegeven wordt aan energiekosten. Gemiddeld ligt de energiequote voor energiearme huishoudens op bijna 12 procent, het hoogste niveau sinds 2019. Voor alle huishoudens bedroeg de energiequote bijna 5 procent. Ten opzichte van 2023 is de energiequote met 4.5 procentpunt toegenomen voor huishoudens met energiearmoede. Dit komt doordat de uitgaven aan energie harder zijn gestegen dan de inkomens.
Minder energie
Huishoudens zijn veel minder energie gaan gebruiken om de energierekening betaalbaar te houden. Hierdoor is het aantal huishoudens met een laag inkomen en een woning van lage energiekwaliteit dat energie onderconsumeert toegenomen van 1 procent in 2021 (circa 80.000 huishoudens) naar 1.4 procent in 2024 (circa 119.000). Binnen de groep huishouden met een laag inkomen en woning van slechte energiekwaliteit is dit een toename van 24 naar 49 procent.
Noordoost-Groningen
Huishoudens met energiearmoede zijn vaak alleenstaand en leven veelal van een pensioen of uitkering. Door het lage inkomen wonen zij relatief vaak in een corporatiewoning. Energiearmoede concentreert zich met name in een aantal grote steden en de regio’s Noordoost-Groningen en Zuid-Limburg.
Risicohuishoudens
In 2024 wordt het aantal risicohuishoudens op circa 1 miljoen geschat. Dat is 12.9 procent van het totaal aantal huishoudens in Nederland. Die zijn niet energiearm, maar hebben een laag middeninkomen in combinatie met hoge energiekosten en/of een woning van lage energetische kwaliteit. Zij zijn daardoor ook kwetsbaar bij hoge energieprijzen. De risicogroep betaalde in 2024 gemiddeld 193 euro aan energiekosten per maand en hebben een gemiddelde energiequote van 7.7 procent.
Percentage energiearme huishoudens en aantal in 2024. Tussen haakjes aantal in 2023:
Pekela 10.6 - 600 (500), Oldambt 10.3 - 1.900 (1.400), Stadskanaal 9.6 - 1.400 (1.000), Veendam 9.2 - 1.200 (800), Westerwolde 9.0 - 1.000 (800), Eemsdelta 9.0 - 1.900 (1.400), Groningen 8.8 - 13.000 (4.300), Midden-Groningen 8.4 - 2.400 (1.500), Het Hogeland 8.0 - 1.800 (1.300) en Westerkwartier 5.7 - 1.600 - 1.200.
Huishoudens met energiearmoede
Huishoudens met energiearmoede hebben een laag inkomen in combinatie met hoge energiekosten en/of een woning met een lage energetische kwaliteit. Lage energetische kwaliteit betekent dat een woning slecht te verwarmen is (bijvoorbeeld door slechte isolatie) en/of er geen mogelijkheden zijn om energie op te wekken (bijvoorbeeld met zonnepanelen).
De energiekosten bestaan uit de energierekening, verminderd met eventuele financiële steunmaatregelen vanuit de overheid. Een laag huishoudensinkomen is maximaal 30 procent hoger dan de lage-inkomensgrens, ofwel een besteedbaar inkomen tot 20.875 euro in 2024 gestandaardiseerd naar een eenpersoonshuishouden.
Dit jaar is, in aanvulling op de groep huishoudens met energiearmoede - en dus een laag inkomen - ook gekeken naar de huishoudens met een laag middeninkomen. Oftewel, de huishoudens net boven de gehanteerde inkomensgrens met maximaal 30 tot 100 procent van de lage inkomensgrens (een gestandaardiseerd besteedbaar inkomen tussen 20.875 en 32.116 euro). Deze huishoudens lopen bij hoge energieprijzen het risico dat de energiekosten ook te hoog worden ten opzichte van hun inkomen.
Foto: Pixabay.com.