

Gemeente Midden-Groningen telt ruim 9.000 alleenwonenden

In Midden-Groningen woonde vorig jaar 15.3 procent van de bevolking alleen. Omgerekend in aantallen (uitgaande van 61.000 inwoners) waren dat 9.333 inwoners. In ons land waren in 2018 zo'n 3 miljoen mensen alleenwonenden. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Dat aantal (3 miljoen) is 427.000 meer dan 10 jaar geleden. Volgens het CBS nam het aantal alleenstaanden in de meeste leeftijdsgroepen toe.
Zeventigers en tachtigers wonen juist minder vaak alleen dan 10 jaar terug.
Twintigers
Alleenwonenden zijn relatief vaak twintigers, maar boven de 60 is de kans om zonder anderen te wonen het grootst, aldus de CBS-woordvoerder.
Vergrijzing
Door de vergrijzing van de bevolking zijn er in absolute zin wel meer oudere alleenwonenden bij gekomen. Vorig jaar waren er 134.000 meer alleenstaande 70-plussers dan in 2008. Mensen leven langer. Daardoor steeg ook de leeftijd waarop mensen alleen achterblijven na het overlijden van hun partner.
Tieners
Tieners wonen niet zo vaak alleen. Het gaat in deze leeftijdsgroep om 5 procent. Het zijn vaak jongeren die voor hun studie uit huis gaan.
Studentensteden
Studentensteden tellen veel alleenwonenden. Groningen staat bovenaan met 37 procent. Ook in Maastricht, Delft en Wageningen woont meer dan 30 procent van de inwoners alleen. Landelijk is dat 17.4 procent.
Toename
De verwachting is dat het aantal alleenstaanden de komende jaren verder toeneemt, tot 20 procent, volgens de CBS-huishoudensprognose 2018-2060. In 2035 zijn er naar verwachting 3.6 miljoen mensen die alleen een huishouden vormen.
Percentage alleenwonenden in 2018 in de gemeente in Groningen:
Groningen 37.2 (in 2008 34.1) , Appingedam 17.5 , Oldambt 17.3 , Delfzijl 17.2 , De Marne 16.9 , Eemsmond 16.3 , Stadskanaal 15.8 , Veendam 15.5 , Midden-Groningen 15.3 , Westerwolde 14.8 , Loppersum 13.9 , Winsum 13.7 , Bedum 12.3 , Zuidhorn 11.6 en Ten Boer 11.4.
Het percentage alleenwonenden in 2008: Menterwolde 10, Slochteren 10.6 en Hoogezand-Sappemeer 14.1.
Foto: Pixabay.com.