

Eduard van Zuijlen: Geef burgemeester ook geen stemrecht in college

Oud-burgemeester Eduard van Zuijlen van Menterwolde vindt dat de onafhankelijkheid van de burgemeester versterkt kan worden door hem in het college dezelfde positie te geven als in de raad: voorzitter zonder stemrecht. De consequentie is volgens Van Zuijlen dat de burgemeester geen wethoudersportefeuilles meer kan vervullen. Dit schrijft hij vandaag op zijn Facebookpagina.
"De lokale 'sheriff' kan met de toenemende zorg voor integriteit, openbare orde en veiligheid dan zijn volle aandacht, tijd en energie op deze kerntaken richten. De wetgever is aan zet om de burgemeester de positie te geven die de samenleving van hem verwacht", aldus Eduard van Zuijlen.
'De onafhankelijke burgemeester'
Van Zuijlen, die op woensdag 25 maart van dit jaar na ruim 8 jaar opstapte als burgemeester van Menterwolde, schrijft onder het kopje 'De onafhankelijke burgemeester' het volgende relaas op zijn Facebookpagina:
"Het is de Volkskrant opgevallen dat dit jaar opvallend veel burgemeesters zich hebben teruggetrokken. Ook NRC en KRO's Brandpunt zijn op zoek gegaan naar feiten en meningen. Commissaris Remkes vindt iets van Bloemendaal, minister Plasterk houdt zich wat op de achtergrond."
"Wat mij opvalt is dat er vele verstandige dingen worden gezegd, maar dat een van de kernproblemen niet wordt benoemd. De burgemeester staat boven de partijen, is onafhankelijk en is een verbinder.
"Dat is wat wordt gedacht en verwacht. En terecht. Maar... de Gemeentewet blokkeert die onafhankelijke positie fundamenteel door de rol die de burgemeester heeft in het College van B en W. De burgemeester als voorzitter van de gemeenteraad kan inderdaad boven de partijen staan. Hij is technisch voorzitter en heeft daarnaast het recht om aan de debatten deel te nemen, maar hij stemt niet mee en kan een eigenstandige positie innemen. De burgemeester als zelfstandig bestuursorgaan (openbare orde, veiligheid, integriteit) legt wel verantwoording af, maar is als bestuurder onafhankelijk genoeg."
"Maar nu de bijzondere rol in het college, het dagelijks bestuur van de gemeente. De burgemeester is voorzitter, maar ook lid. Stemhebbend lid. Vaak heeft de burgemeester naast zijn wettelijke taken ook allerlei portefeuilles die net zo goed bij een wethouder belegd zouden kunnen worden."
"Als voorzitter van een bestuur, van een collegiaal bestuur zelfs (wat betekent dat het college als een eenheid optreedt), is de burgemeester helemaal niet onafhankelijk: hij is voluit medeverantwoordelijk voor de besluiten van het college en wordt ook geacht die besluiten uit te dragen. Daarmee staat de burgemeester plotseling ook in de raad haast als vanzelf aan de kant van de coalitie, want het college bestuurt op basis van het coalitieakkoord. En de burgemeester dus ook."
"Ik zet het hier bewust scherp neer. In de praktijk zijn burgemeesters ware judoka's die spelen met evenwichten en zo hun positie zo onafhankelijk mogelijk houden. Maar ze zijn het door hun rol als stemhebbend collegevoorzitter per definitie niet. En zo kan het gebeuren dat in roerige gemeenten burgemeesters als bestuurders medeverantwoordelijk worden gemaakt voor collegebesluiten die niet deugen of door oppositieleden in de raad al snel worden verdacht van 'heulen met de coalitie'. En daarmee komt de onafhankelijk van hun positie in het geding."