

Menterwolde: 7.5 procent van minderjarigen woont in bijstandsgezin

In Menterwolde woonden vorig jaar 7.5 procent van alle minderjarige kinderen in een gezin dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering. In Hoogezand-Sappemeer en Slochteren lag dat percentage op respectievelijk 10.6 en 4. In Oost-Groningen 'scoort' Pekela (11.2) het hoogst en Vlagtwedde (6.2) het laagst. Landelijk is Stad Groningen op Rotterdam (17.4) en Heerlen (14.5) na koploper met 13.8 procent.
Sinds 2012 stijgt het aantal minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen ieder jaar. Vorig jaar woonden 230.000 kinderen in een bijstandsgezin. Er zijn vooral meer kinderen uit Syrië en Eritrea in bijstandsgezinnen. Ook de duur van de afhankelijkheid van de bijstandsuitkering groeit. Dit blijkt uit nieuwe cijfers die het CBS vandaag bekend heeft gemaakt.
Herkomstgroeperingen
In 2016 nam het aantal kinderen in een bijstandsgezin toe met 2.1 procent. Er kwamen meer bijstandskinderen met een overig niet-westerse migratieachtergrond. Vorig jaar waren dat er 78.000, bijna 10.000 meer dan in 2015. In alle andere herkomstgroeperingen nam het aantal bijstandskinderen af. Ruim twee derde van alle kinderen in bijstandsgezinnen had in 2016 een migratieachtergrond. Van deze groep kwam 50 procent uit een overig niet-westers land, in 2012 gold dat voor 39 procent.
Relatief
De stijging in 2016 kwam vooral door instroom van vluchtelingen uit Syrië en Eritrea in de bijstand. Het aantal bijstandskinderen uit Somalië of Afghanistan was wat lager dan in 2015. Niet alleen het absolute aantal kinderen in bijstandsgezinnen met een overig niet-westerse migratieachtergrond is toegenomen, ook relatief gezien wonen deze kinderen vaker in een bijstandsgezin. Van alle kinderen met een overig niet-westerse migratieachtergrond woonde 30 procent in 2016 in een bijstandsgezin. Bij alle andere herkomstgroeperingen nam het aandeel kinderen dat in een bijstandsgezin leeft juist licht af.
Toename
Het aantal minderjarige kinderen in gezinnen die 3 jaar of langer een bijstandsuitkering ontvangen, nam in 2016 toe met 4.400 tot ruim 114.000 kinderen. Dat is de helft van alle kinderen in bijstandsgezinnen. De groep kinderen in gezinnen die 1 tot 3 jaar in de bijstand zitten steeg ook, met 3.800 tot ruim 74.000 kinderen. Het aantal minderjarigen in bijstandsgezinnen die korter dan een jaar bijstand ontvingen daalde licht, van 4.500 naar 4.200 kinderen.
Rotterdam
De gemeenten Rotterdam (17.4), Heerlen (14.5), Groningen (13.8) en Amsterdam (13.5) hadden eind 2016 de hoogste percentages kinderen in een bijstandsgezin.
Het percentage minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen in 2016 in Oost- en Midden-Groningen:
1. Slochteren 4
2. Vlagtwedde 6.2
3. Bellingwolde 6.9
4. Menterwolde 7.5
5. Stadskanaal 7.7
6. Veendam 8.8
7. Oldambt 9.3
8. Hoogezand-Sappemeer 10.6
9. Pekela 11.2
Onder 5 procent-grens
Haren (2.7), Zuidhorn (3), Winsum en Marum (3.4), Grootegast (3.5), Slochteren (4), Ten Boer (4.2), Bedum (4.7) en Leek (4.9) zitten onder de grens van 5 procent.