

Rechter: Gemeente moet onderzoek doen naar bromtoon Windpark N33

Zijn er aanpassingen mogelijk aan de 35 windmolens van Windpark N33? De gemeente Midden-Groningen moet dit onderzoeken van de rechtbank van Groningen. Actiegroep Platform Tegenwind N33 en Meedenaar Barteld Jan Bosma stapten naar de rechter. Ze vonden dat de gemeente hun verzoek om te handhaven ten onrechte had afgewezen. "De rechter heeft nu uitspraak gedaan en die is helder."
Dit zegt een blije Bosma.
Normen
"Midden-Groningen en Veendam stelden dat zij niet konden ingrijpen omdat er geen normen voor bromtonen bestaan. Dat was reden voor ons om naar de rechter te stappen."
Helder
Bosma zegt dus dat de uitspraak van rechter helder is: "Op basis van de algemene zorgplicht kan (en moet) een gemeente wel degelijk ingrijpen als een windpark bromtonen veroorzaakt. Dit is voor het eerst dat een rechter heeft geoordeeld dat de zorgplicht van toepassing is op windparken. We zijn blij met de uitspraak en hopen zo snel mogelijk met de gemeentes om tafel te gaan om tot een oplossing te komen. Ondertussen blijven we ons inzetten voor de omwonenden van het windpark."
Opschieten
"Wat me met deze uitspraak opschieten? Dat weten we nog niet. De gemeente moet besluiten als er sprake is van een overtreding of niet. Is er sprake van een bromtoon? Die kan dan zeggen tegen de exploitanten van het windpark RWE en Eurus Energy 'zet ze maar stil'. Of pas de windmolens aan. De gemeente kan ook gaan handhaven en een boete opleggen."
Aan zet
Bosma zegt dat de gemeente Midden-Groningen nu weer aan zet is. "Ze kan een extra onderzoek doen om te kijken of de windmolens brommen.
Uitspraak uniek
Bosma noemt de uitspraak uniek. Een burger die een rechtszaak tegen de overheid. "Dat gebeurt niet vaak." Een inwoner van Wildervank deed hetzelfde als de actiegroep en Bosma, maar dan tegen de gemeente Veendam. En won ook.
Al jaren
Inwoners van Meeden klagen al jaren over de bromtoon die zij in huis horen en afkomstig is van de windmolens.
Uitspraak
Klik HIER en lees de uitspraak.
Deze uitspraak gaat over de afwijzing van een verzoek van eisers om handhavend op te treden tegen het Windpark N33 in Meeden. Eisers zijn het niet eens met die afwijzing. Zij voeren daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het handhavingsverzoek van eisers niet goed is behandeld, omdat onvoldoende is onderzocht en onvoldoende deugdelijk is gemotiveerd of er sprake is van een overtreding. Eisers krijgen gelijk en de beroepen zijn dus gegrond. Het college krijgt de opdracht om opnieuw op de bezwaren van eisers te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. Ook stelt de rechtbank vast dat de redelijke termijn is overschreden, waardoor aan eisers een schadevergoeding toekomt. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.